menrvogels.nl

Voor al uw vogels.

Spitsstaartamadine

Geslachtsonderscheiding.
Over het algemeen wordt aangenomen dat de zwarte bef bij de mannetjes grote is dan bij de vrouwtjes en dat de mannetjes een langere staart hebben, maar dit gaat niet altijd op. De balts en zang van het mannetje zijn de enige echt betrouwbare aanwijzingen. 

Activiteiten.
Spitsstaartamadine zijn doorgaans levendige en niet schuwe vogels.
Ze begeven zich door alle lagen van de volière en zijn vaak op de grond te vinden waar ze een deel van hun menu bij elkaar scharrelen. Ze behoren tot de zogenaamde nestslapers. Wat inhoud dat deze vogel s niet op een stok of tak de nacht doorbrengen, maar in een nestje. Wanneer je op verschillende plaatsen nestkasjes ophangen, kunnend e vogels zelf hun keuze maken.



Sociale eigenschappen en omgevingstempratuur. 
Spitsstaartamadine zijn, hoewel ze in hun streek van herkomst in grote groepen leven, niet geschikt om met meer dan één paartje samen te houden. Onderling kunnen ze uitgesproken agressief zijn. Met andere vogelsoorten kunnen ze zonder probleem samen gehouden worden, mits het niet gaat om verwante soorten zoals gordelgrasvink. Ook kleinere of tere vogelsoorten delven soms het onderspit als het mannetje van de spitsstaartamadine al te fanatiek zijn territorium verdedigt. Je houdt deze soort bij voorkeur bij soorten die wat groter zijn dan zijzelf.

Wanneer het binnen hok van de buiten volière goed geïsoleerd is, is bijverwarming onder normale winterse omstandigheden niet nodig. Merk je dat de vogels last hebben van de lage temperatuur, dan kunt u ze beter  binnenshuis laten overwinteren.  

Broed.
Er worden gemiddeld 4 tot 6 eitjes gelegd. Die afwisselend door het mannetje en vrouwtje worden gebroed. Na ongeveer 11 tot 12 dagen komen de jongen uit het ei. De eerste levensweek en vaak erna hebben de jongen veel behoefte aan dierlijke eiwitten, Die ruim aanwezig moeten zijn. Op de leeftijd van ongeveer 3 weken vliegen de jongen uit. Ze kunnen dan nog niet goed voor zichzelf zorgen en worden dan nog een poosje door de ouders gevoerd en begeleid. Eenmaal zelfstandig, Vaak op de leeftijd van 5 weken, kunnen de jongen beter uitgevangen worden. Het mannetje duldt ze dan vaak niet meer in de buurt van het nest. 


<< terug
 
E-mailen
Bellen
Map
Info
Instagram